Een spel van kat en muis
Vanuit de hoek van de coffeeshops is binnenkort het nodige verzet te verwachten tegen het ingezetenencriterium waarbij buitenlanders geen rookwaar meer mogen aanschaffen in de coffeeshop. Natuurlijk, gesteld dat die plannen werkelijkheid worden.
Het lijkt een aardig idee, maar heeft in elk geval ook een gevaarlijke kant, vertelt Joep de Groot, oud-wijkagent. Aangezien hij hier toch zo’n dertig jaar heeft rondgebanjerd is het niet verstandig zijn woorden zomaar een, twee, drie weg te wuiven.
Verwijzend naar vroegere tijden zegt hij dat er één probleem altijd is gebleven: ‘De aanpak van nepdealers. Die bestaan al sinds de hippietijd. Zeer lastig te bestrijden, want er valt veel geld mee te verdienen. Als de toerist de coffeeshop niet in kan, zal hij op straat de hasj kopen en dat zal veel overlast geven. Natuurlijk zal de politie de strijd weer aangaan. Maar winnen? Het wordt weer een spel van kat en muis. Met te veel muizen.’
De Groot zou daar best eens gelijk in kunnen hebben en dan krijgen we nog meer rotzooi en heibel op straat. En dat is toch iets wat we beslist niet willen, hier op de Wallen.
Lange termijn
Maar vooralsnog is er reden tot enig optimisme voor de langere termijn.
Er is brede steun voor het Uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad. We moeten uiteraard wel tien jaar geduld hebben voordat de effecten echt zichtbaar zullen worden. Het is vrijwel allemaal nog papier en zal omgezet moeten worden in heuse daden. En daar heeft het de afgelopen decennia nu net aan ontbroken.
En dan gaan we er maar even vanuit dat de gemeenteraad niet al te veel in het Uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad gaat schoffelen. Want lang niet iedereen is gecharmeerd van deze ideeën.
Bovendien komt er nog iets bij. Dit soort plannen is weleens vaker opgeborreld in de hoofden van gemeenteraadsleden, wethouders en burgemeesters die zetelen in Amstel 1. Helaas zit er vaak na de verkiezingen weer een heel andere club die niks van die plannen moet hebben. Dan worden de plannen ‘herijkt’ en dan weet je wel hoe laat het is.
Korte termijn
Dan de korte termijn. Daarvoor is het perspectief een stuk duisterder.
Nu al stromen de Wallen weer vol. De eerste golf bezoekers, eigenlijk een golfje, is achter de rug. Het was allemaal hanteerbaar en leek in de verste verte nog niet op het ‘oude normaal’, waarin iedereen zich voetje voor voetje door de smalle stegen perste.
Wie zijn hoop gevestigd had op handhaving, in welke vorm dan ook, zal bedrogen uitkomen. Die schiet schromelijk tekort. Dat was vóór de coronapandemie al zo.
Het zal na de coronapandemie niet veel anders zijn, naar het zich laat aanzien – ook al heeft men een jaar lang kunnen nadenken over hoe de zaken fundamenteel anders aan te pakken als de toeristenstroom weer op gang zal komen.
Weinig hoop
Op een drukke zaterdagavond in juni signaleerden we voor middernacht twee agenten en geen enkele BOA.
Op een rustige avond troffen we twee BOA’s en we wilden weleens weten hoe ze zich hadden voorbereid op de situatie na corona. Hun antwoord was regelrecht: NIET. Op de vraag of ze vanuit het management nog een nieuwe strategie hadden meegekregen nu de Duitse, Belgische en Noord-Franse bezoekers weer naar de stad trekken, keken ze onbegrijpend. ‘Meneer, wij kunnen alleen bonnen schrijven.’ En: ‘Meneer, zolang Amsterdam het imago heeft dat hier alles mag, kunnen wij niks.’
Schokkend. Ze blijken niet te beseffen dat ze zélf een rol hebben, namelijk aangeven dat we hier niet alles pikken.
Kortom: op de langere termijn is het – althans op papier – allemaal best aardig. Maar er is weinig hoop op enige verbetering voor de korte termijn. Om het eens anders te formuleren: vergeet het maar dat er hier de komende jaren op overlastniveau iets zal verbeteren. Het is een sombere conclusie.
TEKST: WILLEM OOSTERBEEK