Mariëtte Dölle: ‘Dit is de plek waar mensen een toekomstbeeld uitvinden’
De Oude Kerk kende vele jaren van controverse onder de leiding van Jacqueline Grandjean. Nu is er een nieuwe directeur. Hoe gaat de toekomst van kerkgebouw, monument en het museum eruitzien? Herman Vuijsje, Oude Kerk-specialist van d’Oude Binnenstad, voelt de nieuwe directeur kritisch aan de tand.
Leeg! De Oude Kerk is leeg. De acht hangende silo’s van het akoestisch kunstwerk The Fall doen aan die leegte weinig afbreuk. De ijle stem van kunstenares Susan Philipsz, met variaties op een compositie van Jan Pietersz. Sweelinck die hier vier eeuwen geleden het orgel bespeelde, lijkt de serene sfeer te accentueren. Het is een prettige verrassing na jaren waarin de ruimte vaak werd volgestouwd met megakunstwerken die juist bedoeld leken om korte metten te maken met de leegte, de stilte en het licht van de Oude Kerk.
The Fall is de afscheidsproductie van Jacqueline Grandjean, die na negen jaar vertrok als directeur van Stichting De Oude Kerk. We zijn op weg naar de Oudezijdskamer voor een gesprek met haar opvolgster Mariëtte Dölle, afkomstig van Museum Kranenburgh in Bergen. Hoe ervaart zij de overgang van dit hedendaagse- kunstmuseum in de provincie naar het monument in het hart van de stad waaraan van alle kanten wordt getrokken?
‘Het leuke aan Amsterdam vind ik dat het aan de ene kant een hyperhistorische omgeving is en aan de andere kant dé plek waar elke dag mensen een toekomstbeeld uitvinden en bedenken hoe het anders moet,’ zegt zij. ‘En dat geldt zeker voor de Oude Kerk: de geschiedenis is er op z’n hevigst, en de nieuwe tijd ook. Ik vind het verbazend hoeveel uiteenlopende gemeenschappen deze kerk in hun hart dragen en met nieuwe ideeën komen. Dat leidt tot dialoog, en soms tot discussie. Voor mij telt vooral dat daarmee de betekenis van de Oude Kerk dóórgaat.’
Als u zegt: het gaat door, dan zit daar ook een religieuze kant aan, het is tenslotte een kerk, van oorsprong en nog steeds. Hebt u zelf iets met religie?
‘Ik heb een katholieke achtergrond, in mijn jeugd ging ik ook naar de kerk. Tegenwoordig hebben we als vervolg daarop spiritualiteit, zingeving, betekenisgeving. En bij zulke gedachten over de wereld om ons heen hebben we verbeeldingskracht nodig. Dan denk je dus vrij snel aan kunstenaars. Juist ook hedendaagse kunstenaars en musici houden het leven er in. Zoals Susan Philipsz, maar ook het Queer Choir, dat vanuit het queer perspectief juist in deze kerk een bijzondere zangvoorstelling gaf. Het was binnen twee dagen uitverkocht. Ik vind het mooi dat de kerk op die manier ook in onze tijd betekenis heeft en relevant is.’
Vindt u het voor die betekenisgeving ook van belang dat er een religieuze gemeente in de kerk is?
‘Met “relevant” bedoel ik: het is een levend gebouw. Ik vind het mooi dat de kerk gedeeld en gekoesterd wordt door allerlei gemeenschappen. Daarom vind ik het ook fijn dat hier een gemeenschap ter kerke gaat. Ook daarbij speelt cultuur een rol, zoals de rijke liturgie. Deze kerk is een plek geweest voor grote kunstenaars, zoals Sweelinck en schilder Emanuel de Witte, die voor eeuwig in ons hoofd heeft gebrand hoe wij kunnen genieten van kerkinterieurs. En ik zou hopen dat we hier ook nu kunstenaars de ruimte geven over wie we over honderd jaar zeggen: o ja, dat was die geweldige componist of die kunstenaar die de Oude Kerk betekenis heeft gegeven, betekenis die weer verder draagt, de toekomst in.’
De Oude Kerk stond vroeger bekend als huiskamer van de buurt. Tegenwoordig moeten buurtbewoners net als iedereen 75 euro per jaar betalen voor een lidmaatschap dat vrije toegang geeft. Niet iedereen kan zich dat veroorloven. Kan dat niet anders?
‘We hebben afgesproken dat we, als er een nieuwe tentoonstelling wordt opgebouwd, open blijven en bijvoorbeeld de Sebastiaanskapel open zetten waar mensen dan tegen gereduceerd tarief naar binnen kunnen. Verder ben ik nu vooral bezig met mensen leren kennen. Ik vind het belangrijk dat er een persoonlijke band ontstaat. Ook met de jongen van de fietsenverhuur aan de overkant en met de bloemenhandel verderop: vertel me eens, hoe kijk jij naar die Oude Kerk en wat vind je van wat we doen? Ook de kleine huisjes rondom de kerk verhuren we voor heel gevarieerde doeleinden.’
Daarnaast zijn er ook de toeristen. De Oude Kerk is een van de weinige trekkers in de buurt voor ‘kwaliteitstoeristen’. Zij komen in de eerste plaats voor dat serene, lege ‘Saenredam’- interieur. Is het uw bedoeling om altijd een tentoonstelling te hebben, of om het ook periodes bij die leegte en die stilte te laten?
‘Het is mijn bedoeling om altijd van betekenis te zijn. Stilte is eigenlijk een stapje daarna: voor sommigen heeft die betekenis, voor anderen niet.’
Mijn vraag was of u die eerste groep óók wilt gaan bedienen.
‘Gaan we zien. Op dit moment vind ik het geluidswerk van Susan Philipsz een mooi voorbeeld van die eigentijdse betekenis. We komen nu uit corona en kijken naar de wereld zoals die aan het worden is. We hebben iets meegemaakt, we hebben mensen verloren, maar we proberen toch weer naar de toekomst te kijken. Hoe moeilijk die ook is, zeker nu we misschien weer een volgende crisis in gaan. Zo kijkt Philipsz met dit kunstwerk aan de ene kant terug naar Sweelinck, maar staat ook als het ware op zijn schouders en projecteert het door haar zang de toekomst in, zonder woorden, in een universele taal. Ik had vandaag een groep buitenlandse studenten op bezoek, die zeiden dat de kerk daardoor voor hun makkelijker te “lezen” was.’
Een laatste vraag over de kerkgemeente. Die staat er financieel niet zo goed voor, maar moet veel betalen voor het gebruik van de kerk. U vindt het relevant dat hier een gemeenschap ter kerke gaat, is dat een reden om daar nog eens naar te kijken?
‘Daar kan ik op dit moment nog niks over zeggen. Ik neem het in ieder geval heel serieus dat hier een zelfstandige kerkgemeenschap is. Dat is een van de vele verhalen die deze kerk vertelt, door de geschiedenis heen. Hoe brengen we die weer verder? Hoe breng je die naar de tijd van nu? Voor mij is het nu de tijd om eerst die verhalen te verzamelen.’
TEKST: HERMAN VUIJSJE
FOTO: RENÉ LOUMAN