Liefdesdrama eischt twee Dooden – Man en Vrouw door Revolverschoten omgekomen
Woonhuizen en winkelpanden hebben allemaal hun eigen geschiedenis. Vaak banaal of vrolijk, maar soms ook triest of schokkend. Dit is het verhaal van Oude Doelenstraat 20. Nu is daar een grow shop van Sensi Seeds. In 1939, en tot ver in de negentiger jaren, was er een sigarenhandel gevestigd. Er speelde zich een verdrietig drama af op de koude woensdagochtend van 4 januari 1939.
Tot ver in de uithoeken van het koninkrijk werd de tragedie aan de krantenlezers gemeld. Op vrijdag 13 januari – het nieuws snelde nog niet in het razende tempo van tegenwoordig de wereld over – meldde het Bataviaasch Nieuwsblad:
In perceel Oude Doelenstraat 20 hoek O. Z. Achterburgwal te Amsterdam zijn in den morgen van 4 Jan. om 11 uur een man en een vrouw doodgeschoten aangetroffen. Vermoedelijk heeft men te doen met een geval van moord en zelfmoord, doch de mogelijkheid, dat de bewoner van het perceel den man en de vrouw heeft gedood, is niet uitgesloten.
De marktkoopman in sigaren, J. Bruyntjes, die tevens sinds twee jaar een door zijn vrouw gedreven sigarenwinkel heeft op den hoek van de Oude Doelenstraat en den Achterburgwal, kwam op dat moment thuis, terug van een marktreis. Hij vond de winkeldeur gesloten en er was een briefje op de deurruit bevestigd, waarop te lezen stond: „Wegens omstandigheden gesloten”.
Met zijn sleutel opende hij toen de deur. In den winkel vond hij niets verdachts, maar in de kamer direct achter den winkel trof hem een ontzettend schouwspel: op een canapé lagen zijn 40-jarige vrouw en een tot nu toe onbekend gebleven man, beiden dood, met kogelwonden in hoofd- en hartstreek. Een automatisch pistool, met nog enkele kogels erin, werd op den grond bij de canapé gevonden.
Bruijntjes liep naar de buurman en verzocht hem om de politie te bellen met de mededeling ‘Er is iets ernstigs gebeurd’. Terwijl Bruijntjes voor zijn winkel heen en weer bleef lopen in afwachting van de politie, belde de visboer van het ‘Haringhuis’ op nummer 18 het hoofdbureau.
Toen de politie het pand betrad, speelde de radio nog.
Wat was er gebeurd?
Uit het voorlopig onderzoek werd vastgesteld, dat er vermoedelijk sprake was van een geval van moord en zelfmoord. De man zou een verhouding met de vrouw, die van Belgische komaf was, hebben gehad. Hij zou haar gedood hebben en daarna de hand aan zichzelf geslagen.
Hij kwam vaker bij het echtpaar langs ‘voor zaken’, maar had kennelijk gaandeweg een liefdesrelatie aangeknoopt met de vrouw des huizes. Omdat de politie de mogelijkheid van een dubbele moord door de sigarenwinkelier zeker niet uitsloot, besloot men hem voor een nader verhoor aan te houden. Van wie was het wapen en wie had het afgevuurd?
Wie wist van de fraude?
Er kwamen schimmige zaken aan het licht die de politie behoorlijk bezighielden.
De dode man bleek een ‘hellebaardier’ te zijn, een bewaker van het gemeentelijk Entrepot, waar goederen worden bewaard waarop nog geen accijnzen zijn betaald. En daar bleek men de verdenking te koesteren dat de man partijen gedistilleerd ondershands zou hebben verkocht. Toen zijn chef hem met zijn frauduleuze smokkelpraktijken confronteerde, had de man op dreigende toon gereageerd dat de politie ‘wel eens tevergeefs kon komen om hem te arresteren’. Was die uitspraak een omineuze verwijzing naar een eventuele zelfmoord? Wel bleek dat het automatisch pistool dat naast de beide lijken werd gevonden afkomstig was uit het hellebaardierskantoor van het Entrepot. En was zijn vriendin, de vrouw van de sigarenkoopman, op de hoogte van zijn fraudepraktijken, of er zelfs bij betrokken?
Naast die vragen waren de verklaringen die de sigarenhandelaar zelf aflegde kennelijk zo vaag dat hij niet als verdachte kon worden uitgesloten.
De dode man was ’s morgens nog in de winkel langsgekomen, vertelde Bruijntjes, en hij heeft daar in de achterkamer nog geruime tijd met de vrouw gesproken over de problemen die hij zich op zijn werk op de hals had gehaald. Ook Bruijntjes was daar nog bij geweest, maar hoe kon hij vermoeden wat hij daar in de achterkamer zou aantreffen nadat hij zijn marktbezoek had afgelegd en om 11 uur de sleutel in het slot van zijn winkel stak?
Is de dader een slachtoffer?
Na twee dagen besloot de politie dat er inderdaad sprake moest zijn van een dramatische moord en zelfmoord in de achterkamer van Oude Doelenstraat 20. Het vermoeden is dat de hellebaardier, die de smokkelwaar bij zich had, toevlucht heeft gezocht in de sigarenzaak en daar in wanhoop eerst de vrouw en daarna zichzelf heeft doodgeschoten. Betrokkenheid van de sigarenhandelaar en zijn vrouw kon niet worden aangetoond. Het was een verhaal met louter verliezers.
Zo torst dit pand sinds de eerste week van het jaar 1939 een treurige geschiedenis met zich mee.