WONEN OP DE WALLEN – ‘Buiten de oude binnenstad wonen is geen optie’
Wie? Greet (74) en Marten (75) van der Krieke
Waar? Nu: Oudezijds Voorburgwal bij de Sint Agnietenstraat
‘Na 51 jaar verlaten wij de Sloot, dat is niet niks!’ Greet en Marten van der Krieke verruilden onlangs hun huis aan de Rechtboomssloot voor een appartement aan de Oudezijds Voorburgwal, ‘het fluwelen eindje’. Welgeteld 698 meter van deur tot deur.
Greet: ‘Op 1 maart 1970 trad ik in dienst bij apotheek W.H. van der Meulen op de Geldersekade. Als apothekersassistente kon je toen overal aan de slag, maar op een of andere manier wist ik ‘hier wil ik werken’. We waren net getrouwd, Marten studeerde psychologie. Ik heb een briefje op de kassa geplakt: ‘assistente zoekt woonruimte’. Daar kwamen bijzondere aanbiedingen op, zoals die waar in plaats van huur andere diensten ook welkom waren. We kregen een tip dat er iets op de Rechtboomssloot vrijkwam. De familie Wijnbergen vertrok er met tranen in de ogen van driehoog. De man was gehandicapt geraakt en kon de trappen niet meer op.’
Marten: ‘Mijnheer Wijnbergen was een buurtcoryfee. Had in de oorlog tijdens de verduistering en ook daarna menige passant die in de gracht belandde uit het water gevist. Ter gelegenheid van zijn 22ste redding is hij in 1948 nog onderscheiden.’
Greet: ‘De etage van krap 36 vierkante meter huurden we voor 13 gulden per week. We gingen omhoog via smalle wenteltrappen. Als je pech had en ’s avonds ome Hendrik van éénhoog tegenkwam als ie gedronken had, duurde het wel even voor je kon passeren.’
Marten: ‘Destijds woonden hier veel authentieke buurtbewoners, ras-Amsterdammers. Die zijn nu grotendeels verdwenen. We kregen hier drie kinderen.’
‘Dat bindt enorm in de buurt’, vult Greet aan. ‘Ze gingen bij de zusters Augustinessen op school hier aan de overkant. Aanvankelijk hadden we ze op een school in Zuid gedaan. We zijn van gereformeerden huize, dus katholiek, dat kon natuurlijk niet. Het betekende wel een hoop georganiseer en gereis voor de kinders. Zuster Augustines Nefkens, een kennis via de apotheek, hoorde ervan, kwam op visite en sprak de legendarische woorden: ‘Ach mevrouw van der Krieke, we moeten niet letten op de dingen die ons scheiden. We moeten letten op de dingen die ons samenbinden.’ Toen zijn onze kindertjes alle drie hup naar de Sint Antoniusschool gegaan. Via de school kregen we nieuwe, leuke contacten. Er zaten daar toen al zo’n vijftien nationaliteiten. Bij verjaarspartijtjes hadden we een bonte tafel.’
Marten: ‘In januari 1975 kwam het hele huis te koop. Het was in slechte staat en er zaten huurders in. Gestimuleerd door onze familie waagden we de stap van huur naar koop. Omgerekend hebben we destijds 16.000 euro betaald voor het hele pand, bestaande uit drie verdiepingen, een zolder en een onderstuk.
Het was de tijd van de Nieuwmarktrellen. Later liepen we mee met demonstraties tegen drugsoverlast. Ik ben nog als bezorgde vader geïnterviewd door Achter het Nieuws over de risico’s die kinderen in de zandbak liepen door de drugsnaalden. De kinderen zagen verslaafden rondscharrelen op zoek naar drugs. Voor hen was zoiets aanschouwelijk onderwijs dat je daar maar beter van af kon blijven. In die tijd heb ik wel gevraagd Moeten we niet verkassen? Maar Greet wilde absoluut bij Van der Meulen blijven.’
‘Ruim dertig jaar heb ik er gewerkt, een heerlijke tijd’, zegt Greet, die bekend staat om haar originele kleding en accessoires. ‘De geschiedenis van deze kleurrijke buurt, de tolerantie, je kunnen kleden zoals je wilt, humor, de Amsterdamse tongval: gesellig!’
Na een ingrijpende verbouwing, waarbij ook er een dakterras kwam, bewoonde de familie lange tijd driehoog plus zolder.
Allengs vertrokken de huurders en betrokken Greet en Marten het hele pand. We waren intussen geïntegreerd in de buurt. Marten, die na zijn studie psychologie nog rechten deed, hield in de Boomspijker juridisch spreekuur.’
‘Wat betreft de dames achter het raam, vertelden we de kinderen dat je daar seks kon kopen. Maar dat als je van iemand houdt, je alles voor elkaar doet en er geen geld bij komt kijken in ruil voor seks. De prostitutie was gewoon onderdeel van hun buurt, hun leefwereld. Ze hebben er nooit raar over gedaan.’
Toen de kinderen het huis uit waren, runde Greet in het onderstuk veertien jaar lang een Bed & Breakfast.
‘Ik had echt m’n eigen bedrijfje inclusief vergunningen en belastingen. Schoonmaak en alles deden we samen. Enige mensen, leuke verhalen, maar het bepaalt wel je agenda.’
Marten: ‘Het huis werd te bewerkelijk met alle trappetjes en verdiepingen. We zochten iets gelijkvloers met een lift. In plaats van koop zijn we gaan huren in een monumentaal pand. Dat is wel even wennen. We mogen geen spijker in de muur slaan.’
‘En in het huurcontract staat expliciet: Beroepsmatige erotische handelingen zijn niet toegestaan, lacht Greet.
‘Buiten de oude binnenstad wonen is geen optie’, zegt Greet: ‘Al die leuke, unieke panden, de variatie aan mensen, De Waag. Ik kan er nog steeds ontroerd door raken omdat Rembrandt hier ook liep. We zijn hier geworteld. Ons hele sociale leven speelt zich hier af. Het is een voorrecht om op zo’n historische plek te mogen wonen. Ondanks alle drukte en gekte. Wij zijn piepkleine radertjes en geven hopelijk de schoonheid van deze buurt en dit alles door aan de volgende generatie.’
TEKSTEN FOTO: EVELINE VAN DIJCK