ONTWIKKELINGEN

Oprichters Wijkoverleg – ‘WIJ MAAKTEN EEN ECHTE ACTIEKRANT’

Ten einde raad staken actievoerende binnenstadbewoners en ondernemers in het najaar van 1989 een stapel autobanden in brand op de kruising voor het Centraal Station tegenover het Victoria Hotel. Metershoge zwarte rookwolken alarmeerden de stad. Het was een vlammend protest tegen de overlast van junks en verpaupering van de buurt en zorgde voor veel commotie. De beelden werden prime time uitgezonden op de journaals van de Nederlandse, Duitse en Engelse televisie.

In allerijl werd die avond een persconferentie op het Stadhuis belegd, waarbij de actievoerders welkom waren. Dit leidde tot oprichting van Stichting Wijkoverleg d’Oude Binnenstad en de gelijknamige buurtkrant. Het eerste exemplaar daarvan werd in februari 1990 onder grote belangstelling in Grand Hotel Krasnapolsky overhandigd aan burgemeester Ed van Thijn door Gerrit van de Veen, buurtbewoner sinds 1972.

Viertal
Van de Veen en zijn vrouw, fotografe Marian van de Veen-van Rijk, wijkagent Joep de Groot en Huub Michielsen waren er vanaf begin af aan bij. Het viertal kende elkaar uit de buurt en van eerdere drukbezochte actiebijeenkomsten eind tachtiger jaren in de Oude Kerk. ‘De koster zei destijds: Hé kunnen jullie zondag ook niet komen, dan zit de kerk lekker vol’, lacht van de Veen.

Na dertig jaar met hart en ziel meegewerkt te hebben aan de buurtkrant, namen zij afscheid. In het Kerstnummer, eind 2019, blikten ze toen al uitvoerig terug. Nu, bij het definitief stoppen van de krant, zoeken we ze nog één keer op.

Op tafel liggen ingebonden jaargangen van d’Oude Binnenstad. Op de cover een schitterende foto van de Oude Kerk, genomen door fotografe Van de Veen-van Rijk. Zij maakte ruim dertig jaar lang vrijwel alle foto’s voor de krant en legde al het wel en wee in de buurt vast. Met recht kan zij beeldchroniqueur van de Wallen genoemd worden. Daarvan getuigen ook haar prachtige foto’s in het boek Aan de Amsterdamse Wallen.

Gelukkige combinatie
‘De combinatie zoals we hier zitten, was wel een hele dankbare’, vertelt arbeids- en organisatiepsycholoog Van de Veen, die destijds een vooraanstaand organisatieadviesbureau had. ‘Via mijn werk kwam ik overal. Daardoor kende ik de politieke wereld en de ambtelijke top en had ik contacten bij de politie. Marian en ik vertegenwoordigden de bewoners. Huub had net het Samenwerkend Overleg Raamprostitutie (SOR) opgericht. Zo kregen we ondernemers uit de prostitutiesector en de horeca mee. Joep de Groot kende als wijkagent de buurt en de politie.’

De Groot knikt: ‘Maar jij was de juiste man op de juiste plaats op het juiste moment. Een echte verbinder.’ Michielsen woonde en werkte vijfendertig jaar op de Wallen en runt er nog steeds zijn administratiebedrijf dat tal van sekswerkers in de buurt tot klant heeft. Hij vult aan: ‘Gerrit kon makkelijk met de burgemeester en wethouders overweg, Joep zat in de haarvaten van de buurt en ik had de basiskennis van alles in de buurt tussen de coffeeshops, de bordelen en de horeca. En als je elkaar in je waarde laat en niet aan stoelpoten gaat zagen, kun je heel veel voor elkaar krijgen samen.’

Was het niet gek dat een politieagent bij de protestacties betrokken was?

De Groot: ‘Vanuit de politieleiding was het nooit een probleem. Het was voor hen natuurlijk allemaal tricky, er zat nogal wat explosiefs hier in de buurt. De bazen hebben baat bij rust en willen weten wat hen eventueel te wachten staat. Maar ik heb me nooit een verrader gevoeld en ik hoop dat de buurt dat ook niet zo ervaren heeft.’

‘Zeker niet’, zegt Van de Veen-van Rijk, ‘Je stond ook vaak aan de kant van de bewoners.’

De Groot: ‘Ik dacht ook: de buurt, die blijft wel en de bazen gaan na enige tijd weer weg. In de periode dat wij actief waren hebben we wel tien commissarissen meegemaakt.’

Actievoeren
Van de Veen was bijna twintig jaar voorzitter van stichting Wijkoverleg d’Oude Binnenstad: ‘Burgemeester Ed van Thijn stond destijds achter ons en vroeg ons de gemeente kritisch te volgen. Maar je moest ook de actie behouden, vonden wij. Hoe deed je dat? We hebben toen de stichting opgericht om het actievoeren te kunnen blijven doen en tegelijkertijd de gelijknamige krant om via publiciteit een vinger aan de pols te houden.’

Michielsen: ‘Die combinatie van het actiegebeuren met mooie leesverhalen erbij, de foto’s van Marian en de opmaak maakten er een echte krant van. Er is toch een tijd geweest dat ze bij het stadhuis een beetje zaten te trillen als de krant weer uitkwam.’

De Groot: ‘Dan vroegen ze mij op het bureau een beetje nerveus: wanneer komt die krant uit? en dan zei ik: wacht maar, je zult het wel merken.’

Van de Veen: ‘Als we alle kopij binnen hadden vóór de krant uitkwam, gingen we naar het stadhuis om te overleggen met een aantal mensen waarvan we wisten dat die de goede kant op wilden gaan. Die vertelden ons waar het fout dreigde te lopen en zeiden: je moet in de krant nog wel kritisch aandacht besteden aan dat en dat. En dat deden we dan.’

De Groot: ‘Op het stadhuis wisten ze best: als we die krant nou voor het karretje kunnen spannen wat een deel van ons wil en wat die buurt wil, dan krijgt het meer power.’ Van de Veen: ‘Met de stichting organiseerden we bijeenkomsten en symposia, we renden ons te pletter overal heen. Dat ging wel goed.’

Van de Veen-van Rijk: ‘Ik heb wel praatjes gehouden bij de politie en we organiseerden dat nieuwe agenten op bezoek gingen bij mensen in de buurt, zodat ze echt het idee kregen dat hier ook mensen wonen.’

Michielsen: ‘Sinds Gerrit stopte als voorzitter is langzamerhand dat opporren tot actie en het reguliere overleg op het stadhuis en met de politie weggevallen. Wat we de laatste jaren hadden was een groep mensen die het leuk vond om een informerende, kritische en leuke krant te maken, maar het hele gebeuren daarboven was er niet meer. Daardoor kreeg het bestaansrecht een heel andere inhoud.’

Van de Veen: ‘Ja, wat nu verdwenen is, sinds een jaar of tien, is die actiekant. De stichting die we opgericht hebben, heeft eigenlijk één poot verloren lopende de rit.’

Nachtmerrie
Bij het tienjarig bestaan van de krant ontvouwde Van der Veen een plan om, zo lezen we in het decembernummer uit 1999, ‘van de nachtmerrie binnen vijf jaar een mooie buurt te maken’. Het leidde tot het Project 1012 dat sneuvelde toen burgemeester Cohen, vervolgens Lodewijk Asscher plus een aantal belangrijke ambtenaren vertrokken.

‘Die nachtmerrie geldt nog steeds, volgens mij’, lacht Van de Veen, ‘alleen is die van kleur veranderd. Het wemelt nu niet meer van de junks maar van de toeristen die overlast veroorzaken.’

Is alles dan voor niets geweest?

Van de Veen: ‘Met veel anderen samen, waaronder vooral de NV Zeedijk, lukte het de buurt te verlossen van de drugsoverlast. Talloze verpauperde en vervallen panden zijn gerestaureerd, open plekken zijn gevuld. Het gebied is autoluw gemaakt. Van een door de gemeente opgegeven buurt is het weer een buurt geworden waar ze niet omheen kunnen.’

Van de Veen-van Rijk: ‘Wat betreft de openbare ruimte en ook de invulling van een groot aantal winkels is er helaas geen sprake van een gewonnen kwaliteitsslag. Je hoort bewoners klagen en zich vertwijfeld afvragen of het niet weer de hoogste tijd voor actie is.’ Michielsen: ‘Wat ik het mooiste vond, was dat bij het ontstaan van het wijkoverleg al die verschillende eilandjes –bewoners, ondernemers, bordelen, horeca, ouden van dagen, de kleuterschool – dat zij met elkaar verbonden en een eenheid werden. Nu zien we dat dat helaas weer uit elkaar gevallen is.’

Wat de overlast betreft is De Groot – zie ook het interview elders in de krant – helder: ‘Méér en betere handhaving. Strak de regels stellen: zo gaan we het doen en zo gaan we het handhaven en dan consequent.’

Michielsen: ‘Wat mij betreft zit er nog iets vóór de handhaving. Dat je echt een visie hebt wat je met die buurt wilt. Hoe krijgen we het goede weer terug? Doe iets aan het verlenen van vestigingsvergunningen.’

Van de Veen: ‘Het is van belang dat het overleg weer terugkomt. Blaas de Stichting Wijkoverleg d’Oude Binnenstad nieuw leven in met een krachtig bestuur en zorg dat die overleg initieert tussen bewoners en de verschillende ondernemers hier. En dan vervolgens met politie, met de gemeente erbij, zoals we dat een beetje hadden. Dat is wat anders dan wat nu die door de gemeente georganiseerde buurtpanels doen. Je moet het echt vanuit de bewoners en de ondernemers activeren.’

De Groot hoopt er het beste van, maar constateert: ‘Het probleem is dat je niet kunt organiseren wie er allemaal in zo’n bestuur zitting wil nemen. Dat moet je treffen.’

TEKST & FOTO: EVELINE VAN DIJCK

Meer nieuws

ONTWIKKELINGEN De krant stopt

De krant stopt

LEEFBAARHEID Mercurieus

Mercurieus